Waarom zeg ik ja terwijl ik nee voel?

Waarom zeg ik ja terwijl ik nee voel?

"Ik hoor mezelf het nog zeggen: “Ja hoor, geen probleem.”
En meteen daarna die bekende knoop in mijn buik. Het was een collega die vroeg of ik een extra taak kon overnemen. Ik had die avond al iets, maar mijn mond was sneller dan mijn lijf. Later fietste ik naar huis met hoofdpijn, boos op mezelf. Waarom doe ik dit steeds? Waarom zeg ik niet Nee
?".

Dat zegt een van mijn cliënten in de praktijk. Lees hier haar verhaal.


Het besef dat ik bang ben om lastig gevonden te worden

"In mijn eerste sessie vroeg de therapeut niet naar de inhoud, maar naar het moment vóór mijn ja. “Wat gebeurt er in je lichaam als je voelt dat je eigenlijk nee wilt?”
We zaten even stil. Ik merkte dat mijn adem hoger werd, mijn schouders omhoog kropen en mijn tong tegen mijn gehemelte duwde. Alsof ik mijn woorden letterlijk tegenhield. En ergens daaronder, zat iets zachts: verdriet? Schaamte? Het besef dat ik bang ben om lastig gevonden te worden.

We gingen staan. Ik voelde de grond onder mijn voeten. “Zeg in jezelf: nee en luister waarop je lichaam reageert,” zei ze. Tot mijn verbazing werd mijn stem dieper zodra ik mijn gewicht iets meer naar achteren liet zakken. Mijn buik ontspande een beetje. Het was alsof mijn lijf opgelucht “dankjewel” fluisterde.


Het micromoment dat alles bepaalt

We oefenden het micro-pauze-moment. Dat ene seconde-tje tussen vraag en antwoord, waar ik normaal overheen spring. Ik kreeg een zin mee om tijd te winnen:

  • “Ik kom hier zo op terug.”
  • “Laat me even checken.”
  • “Vandaag lukt me dat niet; ik denk graag mee over een andere oplossing.”

Kleine zinnen, grote opluchting. De eerste keer dat ik het gebruikte, klopte mijn hart in mijn keel. De wereld verging niet. Iemand anders zei: “Geen probleem, ik vraag het aan Tom.” Ik stond er verbaasd bij. Zó simpel en zó nieuw.


Hoe mijn nee klonk zonder hard te worden

We onderzochten hoe mijn nee kon klinken zonder te verdedigen of te pleasen. Kort, vriendelijk, duidelijk:

  • “Dankjewel voor het vragen, ik sla deze keer over.”
  • “Ik heb mijn plafond bereikt voor deze week.”
  • “Nee, dat past niet. Wat heb je verder nodig?”

We oefenden het hardop. Elke keer zakte ik eerst in mijn lijf: uitademen, kaak los, voeten voelen. Niet stoer doen, wel aanwezig blijven. Ik merkte dat mijn schuldgevoel piekte en daarna wegebde. Het was niet dodelijk; het was een golf.


Thuis werd het tastbaar

Ik begon klein. “Nee” tegen nog een serie-aflevering. “Nee” tegen het appje dat ik eigenlijk uit vermoeidheid wilde wegdrukken met een vaag “komt goed”. Ik typte: “Ik red het niet vanavond. Ik wil even rust.” De wereld bleef draaien. En ík sliep beter.

Op werk gebruikte ik het stoplicht dat we bedachten:

  • Rood (nee): buik strak, adem hoog, irritatie → niet toezeggen.
  • Oranje (twijfel): hoofdpijn op komst, agenda vol → uitstelzin gebruiken.
  • Groen (ja): ruimte in mijn borst, helder → bewust ja.

Ik begon te merken: nee tegen iets is ook ja tegen iets anders; mijn energie, mijn focus, mijn weekend. Dat klonk eerst egoïstisch in mijn hoofd. In mijn lichaam voelde het als opluchting.


Wat er onder zat

In een latere sessie besefte ik hoe oud dit patroon is. Vroeger was ik “gemakkelijk”: lief, meegaand, zorgen dat het gezellig bleef. Dat heeft me ver gebracht en vandaag kost het me te veel. De therapeut zei: “Je hoeft niet af te rekenen met je ‘ja’-kant. Je leert er een keuzeknop naast te zetten.” Dat beeld hielp. Ik hoefde niemand teleur te stellen om trouw te zijn aan mezelf. Ik mocht afstemmen: wat is nu echt kloppend?

Wat ik heb geleerd?

  • Ik ben niet “te gevoelig”; mijn lichaam geeft tijdige signalen.
  • Pauzezinnen geven ademruimte, ik hoef niet meteen te beslissen.
  • Een vriendelijke nee is duidelijk genoeg.
  • Grenzen zijn geen muur; het is eerlijk contact, ook met mezelf.

Wil je dit oefenen in een veilige setting individueel of in een kleine groep?
Plan een intake, we kijken samen wat past.